De Zeelandbrug

Zeelandbrug

De Zeelandbrug over de Oosterschelde behoort niet tot de Deltawerken.
De verbinding werd gebouwd tussen 1963 en 1965 op initiatief van de Provincie Zeeland.
De wegen over de nieuwe deltadammen legden Zeeland open voor het verkeer.
De Oosterschelde bleef echter een obstakel.
De bestaande veerverbinding tussen Zierikzee op Schouwen-Duiveland en Kats op Noord-Beveland kon de verkeersdrukte niet meer aan. En volgens de oorspronkelijke plannen zou de Oosterschelde pas in 1978 worden afgedamd.

Om al voor die tijd een ongestoorde noord-zuid-verbinding te hebben besloot de Provincie Zeeland tot de aanleg van een brug tussen Zierikzee en Colijnsplaat.
De bouw en exploitatie werd in handen gegeven van de NV Provinciale Zeeuwse Brugmaatschappij. De uitvoering van de bouw werd opgedragen aan de Aannemingscombinatie Oosterschelde.

De Zeelandbrug is meer dan 5 kilometer lang. Op sommige plaatsen was het erg moeilijk om de brug te bouwen, omdat de Oosterschelde daar erg diep is.

De Zeelandbrug moest een goede fundering krijgen, daarom werden met een speciaal vaartuig funderingspalen in de bodem van de Oosterschelde gedrukt. Iedere brugpijler kreeg 3 van deze palen.
Boven op deze palen werden caissons geplaatst. Daarop werd de brugpijler geplaatst.

klik om te vergroten!
KLIK op afbeelding voor de pijler-constructie

De meeste stukken van de Zeelandbrug werden op de werkplaats in Kats gemaakt. Daarna werden de brugdelen met pontons naar hun plaats gebracht en ter plekke als een puzzel in elkaar gezet.

De Zeelandbrug bestaat uit 54 pijlers, met daartussen 52 overspanningen. Iedere overspanning is 95 meter lang.
In de brug is ook een 40 meter lange ophaalbrug. Daar kunnen de boten onderdoor, die te hoog zijn om onder de overspanningen door te varen.

Naast de brug op positie 51° 37' 33 N 04° 53' 53 E ligt op een diepte van ongeveer 35m een afgekeurd brugstuk, deze is door de bouwers tijdens de bouw van de brug afgezonken.

Op 15 december 1965 werd de brug door Koningin Juliana officieel voor het wegverkeer opengesteld.
De brug heette toen nog steeds Oosterscheldebrug. Pas op 13 april 1967 kreeg het de definitieve naam Zeelandbrug.
De weg over de Zeelandbrug is een deel van de wegverbinding tussen Rotterdam en Goes/Middelburg.

Het geld voor de bouw van de brug had de Provincie Zeeland geleend. Om de lening terug te kunnen betalen moest voor iedere passage bij Colijnsplaat tol betaald worden.
Tot 1989 is de tol gebruikt voor de afbetaling. Daarna werd de tol in een onderhouds fonds gestort.
Met ingang van 1 januari 1993 werd de brug tolvrij.

De Zeelandbrug begon haar bestaan als langste brug in Europa.
De titel komt nu toe aan de Öiandsbrug de verbinding over de Kalmarsund tussen het vaste land van Zweden en het eiland Öiand. Deze brug is 6,7 km lang en is sinds 1972 in gebruik.